Enaro 2014

Enaro 2014

zondag 14 oktober 2012

Goodbye Malta!


Dat de Kerk en het Katholieke leven in Malta nog een grote rol speelt, merk je aan vele dingen. De gigantische kerken, de mariabeeldjes op elke hoek van de straat, de reclameborden van politici die tegen echtscheiding pleiten (echtscheiding werd pas vorig jaar wettelijk toegelaten in Malta!) en de oude mannetjes op de dijk die vriendelijk een praatje aangaan, maar me een beetje vreemd aankijken omdat ik geen trouwring om de hand heb....

Maar ook bij de opvang van asielzoekers en vluchtelingen speelt de Kerk nog een belangrijke rol. Voor er een officieel asiel- en opvangbeleid ontstond in Malta, waren het vooral zij die zich inzetten voor hun lot. Mijn laatste dag bestond uit een bezoek aan twee katholieke ngo’s: the Maltese Immigration Commission van Father Vella (een priester die uitgegroeid is tot een halve heilige!) en the Jesuit Refugee Service.  Beiden vervullen zij een belangrijke rol bij de ondersteuning van de asielzoekers en migranten, zowel binnen de detentiecentra, de open centra, als in de maatschappij. 

Father Vella beheert ongeveer 400 opvangplaatsen in lokale kleinere huizen. Zijn kantoor is een complete chaos, gevuld met paperassen en foto’s van allerhande bisschoppen en de paus. Dagelijks komen hier tientallen migranten aan om een transfer aan te vragen naar zijn ‘Balzan centre’, een centrum waar iedereen naartoe wilt, omdat het er veel beter is dan in de grote centra van Hal Far. Helaas krijgen enkel de meest kwetsbaren een plaats, want het centrum zit volledig vol. Staf heeft hij niet, enkel twee vrijwilligers die het centrum mee draaiende houden.

Mijn laatste gesprek tenslotte is met Kristina van het Jesuis Refugee Centre. Ik vertel haar mijn ervaringen van de afgelopen week en haar jarenlange ervaring in deze business, vormt een kostbare aanvulling op wat ik heb gezien. 

Enkele indrukken en ideeën die ik bij wijze van afsluiting met jullie wil meegeven:

  • Een land als Malta draagt een grote last. De problematiek van de bootvluchtelingen veroorzaakt een grote instroom voor een erg klein land. Een van de meest tragische zaken waarmee ze hier kampen, is de kwestie van de ‘returnees’: migranten met subsidiaire bescherming of een geweigerd status die na enkele jaren doortrekken naar een ander Europees land (vaak met het doel om familie terug te vinden die in een andere boot in Italië aankwamen) maar worden teruggestuurd omwille van de Dublin-wetgeving. Het leidt tot een heleboel tragische verhalen van de vluchtelingen. En bovendien een zware pil om te slikken voor Malta. Waar blijft de solidariteit van Europa?
  • De opvangcentra: sommigen deden me erg denken aan onze eigen Belgische centra, andere centra waren redelijk schokkend wat betreft hygiëne, omkadering, ruimte, ... Volgens Kristina van Jesuit Refugee Service is het momenteel in detentie zelfs beter gesteld dan in sommige van de grootste open centra in Halfar.
  • Het Maltese asiel- en opvangbeleid is een redelijk ‘jong’ beleid. In tien jaar tijd is er duidelijk erg veel veranderd in de goede richting. Dat bevestigt iedereen. Toch is er nog een lange weg te gaan. ‘Het mag ook niet te pas en te onpas worden gebruikt als excuus voor zaken die misgaan’, benadrukt Kristina. ‘Tenslotte zijn we wel tien jaar verder nu.’ 
  • Detentie als eerste stap in een asielprocedure is voor iemand uit België een schokkend idee. Voor families, zwangere vrouwen of kwetsbare personen, is het soms maar een erg korte stap in de procedure, die louter gezien kan worden als een plaats waar de eerste medische en psychische tests gebeuren, en de aanvraag wordt ingediend. Maar voor de mannen die in het ergste geval pas na 18 maanden vrijkomen, zorgt deze detentie ongetwijfeld voor een traumatische ervaring.
  • Anderzijds krijgen zelfs mensen met een ‘illegaal’ statuut redelijk veel kansen in de Maltese maatschappij: ze mogen werken, naar school, naar het hospitaal en in een opvangcentrum verblijven. Het lijkt haast contradictorisch. Ergens zijn de Maltezen niet opgezet met de vele bootvluchtelingen en bestaat er heel wat racisme in de maatschappij. Anderzijds speelt hun ingeboren Katholieke compassie hun parten, en zullen ze zelden of nooit iemand aan zijn lot overlaten. Deze mensen kunnen nergens naartoe, en blijkbaar leeft er een grote angst voor mensen die op straat leven. Dus blijven ze vaak jarenlang in de opvangcentra.
  • Op vlak van buurtwerking tenslotte, zijn er volgens mij heel wat kansen die blijven liggen. Er is weinig of geen communicatie naar de Maltese burgers toe, en de centra worden liefst zover mogelijk van de bewoonde wereld geplaatst. Maar in België hebben we ook tijd nodig gehad om de externe communicatie uit te werken. ‘Misschien is dat nog een stap te vroeg, daar zijn we nog niet aan toegekomen’, beaamt Kristina. 

Tijd om te gaan nu. Het was een enorm boeiende week. Een opvangbeleid dat heel erg verschillend is dan het onze, maar toch ook op heel veel vlakken gelijkenissen vertoont. Ik zag zowel positieve en negatieve dingen. Maar alles bijeen hou ik toch een warm beeld over aan de ongelooflijke motivatie waarmee de mensen van AWAS hier werken, soms met erg weinig middelen en erg weinig staf, maar met een gigantisch groot doorzettingsvermogen....

Lin




donderdag 11 oktober 2012

NGO's in de buurt van Boedapest

Het Hongaarse Enaro-programma is goed gevuld.  We brengen het ene bezoek na het andere.  Elk bezoek is boeiend, alle organisaties worden gedragen door actieve personen die telkens opnieuw interessante projecten ondernemen.  Tussendoor proberen we te eten en slapen.  We blijven informatie verzamelen, de verwerking ervan moet nog komen…

Donderdag startte onze dag bij de organisatie Menedék (= “shelter”).  Menedék ondersteunt erkende vluchtelingen bij allerlei administratieve en educatieve moeilijkheden.

Zsofia
Zsofia vertelt met passie over de werking, de integratie en de communicatie naar de lokale bevolking toe.

Menedék
Menedék zorgt voor opleidingen voor iedereen die met vluchtelingen werkt, zoals leraars, vrijwilligers en sociale werkers.  Kinderen op de lagere scholen krijgen presentaties over vluchtelingen.  Er is een website en facebook. 
Verder worden er projecten georganiseerd zoals “Next Door Family” en “Sunday Lunch”.
Ook de organisatie zelf heeft het niet gemakkelijk met de integratie in de buurt.  Menedék bevindt zich in een appartementsgebouw waar enkel Hongaarse families wonen.  Buren protesteerden toen de organisatie intrek nam in het flatgebouw.  Sindsdien informeren de medewerkers regelmatig de buren over vluchtelingen. 
Zsofia vindt de persoonlijke, individuele communicatie de grootste uitdaging.

Hierna gingen we naar de andere kant van de stad : de Reformed Church. 
Dora en Balàzs organiseren projecten met erkende vluchtelingen die problemen ondervinden bij de integratie.  Vluchtelingen worden ondersteund bij het zoeken van huizen en bij het naar school gaan. 
Dora, Balàzs en Zoltàn
Tijd voor communicatie naar de lokale bevolking is er niet.  Toch doet de organisatie haar best om de omgeving te informeren.
Zo worden er trainingen gegeven aan leraars die werken met vluchtelingen. 
Alle leerlingen van de Reformed Church School krijgen presentaties en informatie over vluchtelingen.
In september 2013 geeft de organisatie een interculturele kalender uit.  De feestdagen van verschillende culturen zullen aangeduid worden met de bijhorende informatie.  Deze kalender zal verspreid worden in de buurt van de flats waar de vluchtelingen wonen en in de scholen waar de vluchtelingen les volgen.

Than Kàrley Ohoiskola is een school waar in totaal 1.600 studenten les volgen.  Hiervan zijn er 150 buitenlanders waarvan 80 vluchtelingen.  De vluchtelingen volgen eerst de Hongaarse taallessen.  Als ze slagen voor het taalexamen, kunnen ze naar het reguliere onderwijs.
In de namiddag volgden we een voorbereidende les voor de examens.  Drie Afghaanse ama’s, die vloeiend Engels en Hongaars spreken, worden begeleid door een lerares en sociale werker van de Reformed Church.

Voorbereiden op de examens
Ildiko, de onder-directrice gaf een rondleiding door de school.
Les geven over vluchtelingen is een onderdeel van het intercultureel programma dat verplicht is voor alle leraars.  Alle leraars hebben het opvangcentrum voor vluchtelingen van Bicske bezocht en vertellen erover tijdens hun lessen. 
De school organiseert speciale themadagen waar elke klas moet werken rond hetzelfde thema : bijvoorbeeld diversiteit.
De integratie verloopt prima.  De vluchtelingen nemen deel aan het sociale leven, samen met de Hongaarse leerlingen.
Ildiko en Zoltàn
Zoltàn komt ons binnen een uurtje ophalen; we brengen vandaag een bezoek aan het opvangcentrum Bickske.

@Lin, idd een wereld van verschil!

Somalische vreugde


Na vier dagen begin ik me een ervaren pendelaar in dit land te voelen. Arriva, de Maltese Lijn, brengt me naar elke uithoek van het eiland om de verschillende centra te bezoeken. De namen van de stadjes zijn haast niet uit te spreken, (Maltees is een onbegrijpelijke mix van Arabisch, Italiaans en Engels), maar telkens als ik een grote groep Somali langs de kant van de weg zie verschijnen, weet ik dat het tijd is voor mij om af te stappen.

De twee opvangcentra die ik gisteren bezocht, gaven me een erg positief gevoel in vergelijking met mijn eerdere bezoeken deze week.

Eerst ging ik naar het Hal Far Open Centre: een redelijk klein centrum bewoond door families. 

Hal Far Open Centre

Aloysia, de coördinatrice, is duidelijk een vrouw die van aanpakken weet. Ze runt het centrum met een geweldige gedrevenheid en motivatie.
In tegenstelling tot het kamp dat ik eerder bezocht, zijn ze hier gehuisvest in oude gebouwen van het Maltese leger, wat meteen een heel ander gevoel creëert dan de hete containers van het Halfar Tent Camp. De bewoners hebben ruime kamers, veel privacy, er zijn enkele sportterreinen, een bibliotheek, een klaslokaal voor de taallessen, ... Eigenlijk allemaal redelijk gelijkaardig aan de centra bij ons.

Hal Far Open Centre

Sfeerbeeld van het Hal Far Open Centre

Bibliotheek in het Hal Far Open Centre
Aloysia luistert naar me terwijl ik wat uitleg geef over de initiatieven die wij in België organiseren op het vlak van buurtcommunicatie, en zou duidelijk in die richting willen werken. Maar voorlopig blijft het beperkt tot enkele vrijwilligers die taallessen geven, en een politieagent die na zijn dienst een muurtje helpt metsen. 


In de namiddag ging ik naar het Marsa Open Centre, het mooiste centrum dat ik hier totnogtoe heb gezien. 

Marsa Open centre

Het centrum wordt uitgebaat door een NGO, en wordt momenteel volop gerenoveerd met Europees geld. Er wonen enkele honderden alleenstaande mannen. De kamers zijn ruim, er zijn grote nieuwe wascomplexen, een mooie theaterzaal, enkele winkeltjes op het grote binnenplein. Het geheel lijkt wel een mini-stadje op zich. 

Gloednieuwe slaapzalen in Marsa Open Centre

Computerlokaal in het Marsa Open Centre

Het binnenplein van het Marsa Open Centre

Ik kom een Duits koppel tegen dat hier een workshop organiseert voor de bewoners. Met afval dat ze op het strand hebben gevonden, maken de bewoners kleine kunstwerkjes, waarmee ze iets vertellen over hun reis hier naartoe. De Duitse vrouw, die psychologe is, probeert op die manier een uitlaatklep te bieden aan de mannen, die vaak vele trauma’s en emoties hebben opgestapeld op hun lange vlucht naar hier.



Het positieve gevoel van mijn bezoeken gisteren, werd helaas op slag de kop ingedrukt, toen ik deze ochtend aankwam in het Hal Far Hangar Centre, een van de grootste centra van AWAS. Het centrum dankt zijn naam aan de gigantische metalen vliegtuighangar die in het midden van het terrein staat. Tot enkele jaren geleden werden de bewoners hier samengepropt, tot 800 mensen in één grote hal. Maar ondertussen staat de hangar leeg, en werden er containers op het terrein geplaatst. 
Ook al vond ik het 'tentenkamp' de eerste dag al ietwat deprimerend, als ik deze containers zie, besef ik dat dat nog best meeviel. In dit opvangcentrum slapen ze met 16 mannen per container. In de afdeling voor families, zitten drie families samen per container. De hitte en geuren zijn haast ondraaglijk. De stapelbedden staan tegen elkaar aan gepropt, de bewoners hebben nauwelijks enige bewegingsruimte. 

Juist vandaag komen er 47 nieuwe bewoners toe. Een groep Somalische mannen die uit detentie worden vrijgelaten en naar hier worden overgebracht. Wanneer de wagen van het leger het terrein oprijdt, word ik mee ingezet voor de briefing en intake. Alle mannen worden volgens nummer afgeroepen (dat nummer wordt toegekend volgens de boot waarop ze toekwamen). Daarna worden ze gebriefd en krijgen een kort interview. Zijn ze ooit naar school geweest? Willen ze bepaalde training volgen in Malta? (taal, rijlessen, ...) Hoeveel kinderen hebben ze in Somalië? Als we de grote groep in een sneltempo hebben ‘ingecheckt’, mogen de mannen eindelijk naar buiten. Het weerzien met hun vrienden uit detentie en uit het thuisland, zorgt voor een hartverwarmend tafereel. De mannen zijn bovendien enorm uitgelaten nu ze eindelijk hun eerste vrije stappen in dit land zetten. Een mooi moment kortom, al blijf ik zelf wat beduusd achter nu ik iets beter begrijp wat deze kerels, vaak tien jaar jonger dan mezelf, al allemaal hebben meegemaakt. 

Morgen ontmoet ik Father Vella, een priester die enkele kleine opvanginitiatieven beheert, en duidelijk een held is voor velen!

Lin


@Katija: wat een wereld van verschil! Te lezen dat je een integratieproject bent gaan bezoeken voor één Afghaans gezin dat in een dorp komt leven, terwijl er hier eigenlijk weinig of niets wordt gedaan rond buurtcommunicatie!

woensdag 10 oktober 2012

Györsàg en omgeving

Gisteren kregen we de kans om onze contactpersoon te leren kennen ; Zoltàn Klenner.  Hij werkt als ‘integration officer’ op the Office of Immigration and Nationality van Hongarije.  Het ENARO-programma werd door hem samengesteld.  Hij zal ons de volgende dagen begeleiden.

We brachten een bezoek aan het dorpje Györsàg om kennis te maken met het net opgestarte integratieproject dat ondersteund wordt door het Europees Vluchtelingen Fonds. 
Het dorpje Györsàg bevindt op zo’n 120 km van Boedapest en telt 1.500 inwoners.  Sinds februari 2012 vangt het dorp een Afghaanse familie op.  De familie bestaat uit 4 personen : vader, moeder, dochter en zoon.   
De burgemeester Zjult Ferenczi is de initiatiefnemer, hij volgt het project dagelijks op.  In zo’n klein dorpje met enkel Hongaarse inwoners is het niet vanzelfsprekend om een integratieproject op te starten.

Burgemeester Zjult Ferenczi
De communicatie over de komst van de familie naar het dorp ging van start in januari 2012.  Belangrijke personen zoals de schooldirecteur, de dokter, de pastoor, … werden eerst op de hoogte gebracht.  Daarna werd een uitnodiging voor een informatieforum verspreid.  Posters werden opgehangen en flyers uitgedeeld. 
Er werd de kans aangeboden aan alle inwoners van het dorp om de familie persoonlijk te leren kennen.
Verder werden er buurtinitiatieven georganiseerd in het bejaardentehuis, in de kerk en op de jaarlijkse dorpsdag.
Burgemeester, ouders en maatschappelijk assistente
De kinderen gaan ondertussen naar school en de ouders volgen beroepsopleidingen.  Er wordt thuis een beetje Hongaars gesproken en soms zelfs Hongaars gekookt.
De integratie van de Afghaanse familie is een goed voorbeeld voor heel Hongarije.  Niet alleen de lokale pers, maar ook de nationale pers zorgt voor uitgebreide verslaggeving.

In de namiddag bezochten we de abdij van Pannonhalma.  Tijdens W.O.II deed de abdij dienst als opvangcentrum voor 4.000 vluchtelingen onder de bescherming van het Internationale Rode Kruis.  De plek staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

de abdij van Pannonhalma
’s Avonds hadden we tijd voor een kort bezoek aan de stad Boedapest.  Voor mij de eerste keer en met Madara (mijn partner uit Letland) als gids.
Madara Miezite -Bagata
Madara Miezite -Bagata werkt in Riga voor de Office of the Citizenship and Migration Affairs.  Ze werkt als experte van het Europees Vluchtelingenfonds.





         

dinsdag 9 oktober 2012

heerlijke Hongaarse gastvrijheid

Eindelijk (!) tijd en toegang tot het internet…

Ondertussen hebben we alvast enorm mogen genieten van de heerlijke Hongaarse gastvrijheid.  Madara (mijn partner uit Letland) en ik worden overal telkens opnieuw met open armen ontvangen.  Ons programma zit propvol interessante bezoeken en boeiende ontmoetingen.

Maandagmorgen om 8u stipt werden we aan het hotel opgehaald door de chauffeur die ons naar de stad Debrecen bracht.  Debrecen is de op één na grootste stad van Hongarije en ligt meer dan 2,5u rijden van Boedapest. 

Opvangcentrum Debrecen
We kwamen rond 11u aan in het opvangcentrum voor asielzoekers te Debrecen.  Daar werden we opgewacht door de directeur Bèla Szèkely en de projectcoördinator Arpàd G. Nagy.  Na een korte introductie en algemene informatie over de werking van het opvangcentrum, kregen we een middagmaal aangeboden  in de personeelsrefter van het opvangcentrum. 

Hongaarse lunch in het opvangcentrum
Het opvangcentrum heeft een opvangcapaciteit van 1.100 asielzoekers.  Op dit moment verblijven er minder dan 300 asielzoekers.  De grootste groep bewoners komt uit Afghanistan (130). 

We werden overspoeld met informatie.  Aangezien we de “relatie van het opvangcentrum met de omgeving” onderzoeken, concentreerden we ons vooral hierop. 
Het opvangcentrum bestaat sinds 1995.  Oorspronkelijk was het een Russisch legerkamp en nadien een kazerne van het Hongaarse leger.  Sinds de opstart van het opvangcentrum werden er enkele initiatieven met betrekking tot de buurt ondernomen, zo werd een nieuwsbrief verspreid, een fototentoonstelling georganiseerd en een spot op de lokale televisie vertoond.
Een intensieve samenwerking met de buurt bevindt zich vooral op het vlak van de scholen- en vrijwilligerswerking.  De belangrijkste partners bezochten we de dag nadien.
We verbleven op de studentencampus.  ’s Avonds brachten we een bezoek aan het centrum van de stad en genoten van heerlijke Hongaarse wijn.

Dinsdagmorgen… bezoek aan de kleuterschool waar de kinderen van het opvangcentrum samen met de lokale kinderen naar school gaan.  De directrice Marika werkt er met hart en ziel aan de integratie van de kinderen. 

Directrice Marika aan de schoolpoort

Bij een bezoek aan de lagere school konden we de les van het taalklasje volgen.

Taalklasje
Na een Hongaarse lunch in de personeelsrefter van het opvangcentrum, kregen we een beeld van de projectwerking binnen het opvangcentrum. 
Aangezien er intensief samengewerkt wordt met de Universiteit van Debrecen, gingen we in de namiddag op bezoek bij het Departement voor Politieke en Sociale Wetenschappen.  De Amerikaans aandoende campus trekt jaarlijks 40.000 studenten aan, waarvan 7.000 buitenlandse studenten.  Groepen studenten krijgen rondleidingen door het opvangcentrum en individuele studenten volgen een stage in het opvangcentrum. 

Universiteit Debrecen


Rond 21u kwamen we terug aan in Boedapest…

En, vandaag worden we om 9u opgepikt, er staat ons (weeral) een goedgevuld programma te wachten.
Er is geen wi-fi op de kamer, ik bevind me op dit moment aan de rumoerige inkom van het hotel… ik heb nog tijd om te ontbijten… nood aan een straffe Hongaarse koffie…   
Tot later!
Katija

        

The best place on earth


Volgens een kleine aankondiging op het prikbord van mijn hotel is Malta de beste plaats op de wereld om te wonen. En dat wel om de volgende redenen:
  • het beste weer ter wereld
  • de mensen zijn hier het gelukkigst
  • het is het goedkoopste Europese land dat je ooit zal vinden
Het is waar dat het hier genieten is van een warme oktoberzon en lekker, goedkoop eten. Toch vind ik de dagelijkse files en de manier waarop het eiland propvol gebouwd is, minder aantrekkelijk. Een eiland krijgt na een tijd ook iets beklemmend. Misschien dat veel jonge Maltezen daarom wegtrekken naar het Europese vasteland of verder weg (Australië heeft de grootste Maltese gemeenschap in het buitenland). 

‘Malta kent een geschiedenis van eindeloze emigratie. Het is dan ook verbijsterend dat de bevolking hier niet meer begrip opbrengt voor mensen die vluchten of emigreren’, zegt Angie van Awas me vanmiddag, terwijl ze haar zoveelste sigaretje opsteekt en we praten over vluchtelingen, politiek en vanalles en nog wat. 

Het woord racisme valt hier regelmatig in de gesprekken die ik heb. Het is moeilijk om zoiets te onderbouwen of aan den lijve te ondervinden op zulke korte tijd. Maar als ik mag geloven wat ik hoor, zijn de Maltese burgers écht niet opgezet met de instroom van asielzoekers. De sfeer is soms ronduit vijandig. De manier waarop de meeste opvangcentra zijn weggestopt doet vermoeden dat ook de regering niet veel animo vertoont om de burgers al te hard te confronteren met de harde dagdagelijkse realiteit van de vele boten die op Malta stranden.

Gisteren had ik daarover een erg interessant gesprek met Community worker Chris, van het Halfar Tent Camp (de énige maatschappelijk werker in een centrum van 472 inwoners!) Er zijn nauwelijks contacten tussen de asielzoekers en de bevolking, want de centra liggen erg afgelegen. Bovendien moeten de centra het hier met erg weinig staf en middelen stellen. Er is hier dan ook geen sprake van buurtinitiatieven, zoals wij die kennen. Er is eigenlijk geen relatie met de buurt tout court.

AWAS doet evenwel heel wat inspanningen om er tenminste voor te zorgen dat de bewoners van de open centra worden voorbereid op een betere integratie in de maatschappij, na hun vertrek uit een centrum. Ze geven taalopleidingen, zorgen voor begeleiding bij het zoeken naar woningen, en vechten voor officiële en correcte jobs voor asielzoekers (nu werken die veelal illegaal in de bouw, en worden hierbij zwaar onderbetaald).

De integratie gaat dus niet zozeer over de integratie van een centrum in een buurt, maar wel over de toekomstige integratie van de asielzoeker in de maatschappij.

Vandaag ging ik op bezoek in een van de weinige opvangcentra die wél in een residentiële buurt gelegen zijn: Dar-al Lienda. Lienda is een erg klein centrum dat een twaalftal families en ongeveer twintig minderjarigen huisvest. Het centrum is klein en best ‘gezellig’ in vergelijking met het ‘tentenkamp’ dat ik gisteren zag. De sfeer is er gemoedelijk en het voelt bijna aan als een groot huis. Het ligt middenin een gewone woonwijk. Ik ben dan ook benieuwd of ze daar wel zoiets kennen als contacten met de buurtbewoners, of initiatieven om die te verbeteren. Maar het gesprek met Ann-Marie, de coördinatrice, brengt hetzelde probleem naar boven. Het is roeien met de weinige riemen die ze hebben. Onderbemande staf, weinig middelen. Initiatieven naar de buurt zijn er tot op heden niet.

Dar-il Liedna, een centrum midden in een residentiële buurt

Was er dan geen protest bij de oprichting van het centrum in 2006? Hoe werden de buurtbewoners geïnformeerd? 'Inderdaad’, zegt ze. ‘De buurtbewoners waren er helemaal niet blij mee en er was heel wat weerstand.’ Einde van het verhaal. 

Of toch niet? Deze week kwam de burgemeester voor het eerst op bezoek in het centrum. Voor de eerste keer in zes jaar kwam hij kijken hoe het centrum er vanbinnen uitziet en wat zich hier afspeelt. Het was een erg positieve ontmoeting’, vertelt een zichtbaar tevreden Ann-Marie. Ze denkt er zelfs over om binnenkort een paar buren uit te nodigen voor een bbq in het kleine tuintje van het centrum. Misschien toch een eerste aarzelende stap naar iets als externe communicatie?

Morgen opnieuw een drukke dag. Nu tijd voor een korte avondwandeling langs het water!

Lin 


(PS: vandaag ben ik een kleine lobby-actie gestart om een gesloten detentiecentrum te kunnen bezoeken deze week. Het werd niet in mijn programma opgenomen en mijn vraag werd al een paar keer afgewimpeld omdat het niet zo eenvoudig is om toegang te krijgen. Maar ze hebben dan toch beloofd te doen wat ze kunnen. AWAS heeft het afgelopen jaar schitterende projecten opgezet in de gesloten centra, om ook daar al een start tot integratie en een betere identificatie van kwetsbare asielzoekers te verrichten. Ik hoop dus dat het lukt.)


Dar-il Liedna, recreatieruimte

Ann-Marie, de coördinatrice, en twee van haar collega's



maandag 8 oktober 2012

Malta: geen eindbestemming


Ik veronderstel dat elke Enaro-deelnemer het gevoel wel kent: zoveel gezien en gehoord op een dag, en waar te starten met vertellen? 
Bij het begin dus maar :-)

Deze ochtend heb ik kennisgemaakt met de collega’s van AWAS, mijn gastorganisatie. AWAS staat voor Agency for the Welfare of Asylum Seekers, een overheidsorganisatie die instaat voor de opvang (open centra) en het welzijn van asielzoekers. Het Maltese Fedasil, laten we zegen. Bij wijze van introductie hebben zij me wegwijs gemaakt in de asielprocedure en de opvang van Malta. 

Een asiel- en opvangbeleid dat trouwens erg jong is! In 2002 kreeg het eiland voor het eerst te kampen met grote groepen bootvluchtelingen. Dat probleem werd in het begin geregeld via een overeenkomst met Italië, die deze asielzoekers veelal van hen ‘overnam’. Pas in 2004, toen Malta bij de EU kwam, moest het volgens de Conventie van Genève een eigen beleid uitstippelen. In de afgelopen tien jaar is er heel wat gebeurd, maar sommige zaken staan - naar hun eigen zeggen - nog lang niet op punt.


Stephanie van AWAS geeft toelichting bij het Maltese opvangbeleid

Het is niet mijn bedoeling om hier elk detail van het Maltese asielbeleid uit te leggen, maar enkele zaken zijn zo verschillend van ons systeem, dat ik ze toch kort wil schetsen. 
  • Allereerst: In Malta begint een asielzoeker zijn parcours in een gesloten detentiecentrum. Van zodra een (boot)vluchteling een stap op Maltese bodem zetten, is hij onwettig op het grondgebied en wordt hij door de Immigratiepolitie opgepakt en in een gesloten centrum geplaatst. Kwetsbare personen, zwangere vrouwen, niet-begeleide minderjarigen, iedereen. Deze gesloten centra worden beheerd door het Maltese leger en de ‘Detention Services’. De asielaanvraag zelf en het wachten op een antwoord, gebeurt ook daar.
  • Het is pas wanneer de asielzoeker een antwoord krijgt (heel vaak subsidiaire bescherming, soms een tijdelijke humanitaire bescherming, slechts 4 à 5 procent krijgt het vluchtelingenstatuut) dat ze vertrekken naar een open centrum en AWAS in het spel komt. Dat laatste klopt niet helemaal, want een andere belangrijke taak van AWAS bestaat erin om in de detentiecentra op zoek te gaan naar kwetsbare mensen (kinderen, zwangere vrouwen, mensen met psychologische problemen ...) voor wie de overplaatsing naar een open centrum versneld zal gebeuren.
  • Mensen die een negatief antwoord krijgen in het detentiecentrum, worden zelden teruggestuurd naar hun land, maar komen na 18 maanden (de maximumperiode dat men opgesloten mag blijven) ook in de open centra terecht. 
  • De open centra in Malta vangen m.a.w. een heleboel mensen op die hun asielprocedure al achter de rug hebben, of die een definitief negatief antwoord hebben gekregen. De open centra vormen als het ware een overgangsperiode tussen de vaak maandenlange opsluiting in detentie, en de eerste stappen van de asielzoekers in de maatschappij. 

Maar hoe doe je dat: mensen voorbereiden op hun intrede in de maatschappij, wanneer ze in de eerste plaats nooit van plan waren om in Malta te belanden? De bootvluchtelingen worden meestal onderschept op hun weg naar Italië en het Europese vasteland. Malta kenden ze niet, of was toch zeker geen eindbestemming. Het overgrote merendeel van de asielzoekers die subsidiaire bescherming krijgen in Malta, vragen dan ook meteen een paspoort aan en reizen door naar Denemarken, Zweden, Italië, ... Worden ze daar opgepakt door de politie, dan stuurt die hen weer terug owv de Dublinwetgeving. De wrevel hierover is voelbaar groot bij de Maltezen: waar blijft de solidariteit van de andere Europese landen? 

Na deze uitgebreide introductie, wordt het eindelijk tijd voor een bezoek aan een centrum. 

In Malta zijn er twee gesloten detentiecentra, zes open opvangcentra van AWAS (waaronder twee voor minderjarigen), en dan nog enkele kleinere open centra die door partners of de kerk worden uitgebaat. Het merendeel van deze centra liggen op een boogscheut van elkaar in het gehucht Hal-Far, een desolaat stuk industrieel gebied naast de luchthaven. Het heeft iets van een roadmovie wanneer we het stoffige zandpad, afgelijnd door cactussen en rotsen, naar Hal Far Tent Village oprijden. Van buurtbewoners is hier alvast weinig sprake....

Hal Far Tent Village

Hal Far Tent Village: de tenten zijn sinds vorig jaar vervangen door containers, maar de naam is gebleven. De warmte, de regen, de geuren en de rotzooi in de tenten waren ondraaglijk, vertellen de medewerkers me. Deze 90 gloednieuwe containers vormen een wereld van verschil. De containers zijn inderdaad nieuw en netjes, maar toch geeft het geheel een redelijk mistroostige indruk. Enkel een zelfgemaakte moskee en een grauwe wasplaats onderbreken de eindeloze rijen containers. Er is geen keuken, geen recreatieruimte, geen klaslokaal, geen enkele afleiding...

In dit centrum woonden oorspronkelijk enkel alleenstaande mannen, maar door de grote instroom was deze aanpak niet meer mogelijk. Het centrum telt nu 472 inwoners, vooral Somali, Ethiopiërs, Erithreeërs, Sudanezen,... Onder hen alleenstaande mannen, vrouwen, families, kinderen. 

Ik wandel even rond met Mariska, een care worker van het centrum. Op onze wandeling botsen we op een jong meisje, dat vijf maanden geleden bevallen is. Trots toont ze haar zoontje dat ze Good luck heeft genoemd. Niet geheel onterecht: door haar zwangerschap mocht ze sneller vertrekken uit het detentiecentrum. Hal Far Tent Village telt momenteel 45 zwangere vrouwen! Een medische dienst is er niet. Op het moment van bevalling wordt gewoon de ambulance gebeld. 

Wat verderop geraken we lang aan de praat met Mohamed, een Sudanees. Hij heeft al twee keer een negatief gekregen en zijn procedure is dus afgelopen. Toch is hij niet van plan het centrum meteen te verlaten. Waar moet hij naartoe? Een nieuwe beleidslijn bepaalt dat het verblijf in de open centra ook beperkt zou moeten worden, tot één jaar, maar in de praktijk blijven vele bewoners hier veel langer. Zolang de politie hen niet komt zoeken, en ze geen job vinden, stuurt niemand hen weg. Hij vraagt me uit over België. Wanneer ik hem vertel dat asielzoekers bij ons eerst in een open opvangcentrum terechtkomen, en pas later, afhankelijk van de uitspraak, riskeren in gesloten centra terecht te komen, antwoordt hij doodleuk: That’s idiot, the way you do it!


(to be continued...)



De tenten zijn vervangen door containers
De bijbehorende sleutels

Hier wassen de bewoners hun kleren


Mohamed en Mariska









zondag 7 oktober 2012

Een eerste kennismaking....


Gisterenavond laat aangekomen in Malta. Mijn hotel bevindt zich in Sliema, een wijk dichtbij de hoofdstad Valetta. Ik vermoed dat deze buurt in de zomer overspoeld wordt door duizenden en duizenden toeristen. Gelukkig is het hoogseizoen hier grotendeels afgelopen, en kan ik in alle rust nog genieten van een heerlijk zomerse temperatuur na al die regen in België de afgelopen week. 

Malta... een dwergstaatje in de Middellandse Zee. Met net iets meer dan 400.000 inwoners. Ik merk al snel dat het woord dwergstaat niet overdreven is. De bus neemt me in nauwelijks twintig minuutjes tot aan de overzijde van het eiland. De steden zijn hier officieel te klein om ‘steden’ te worden genoemd (de hoofdstad Valetta telt 1km in de breedte en heeft slechts 7.000 inwoners). Maar de Maltezen lijken dit goed te maken door de ‘grandeur’ van hun kerken - veelvuldig en statig aanwezig op elke hoek waar je gaat of staat.

Een week lang ben ik hier, op uitnodiging van het Maltese AWAS (Agency for the Welfare of Asylum Seekers), in het kader van de Enaro-uitwisseling. Mijn precieze programma ken ik nog niet, maar ik ben alvast erg benieuwd naar wat ik de komende week te zien zal krijgen. Hoe verloopt de opvang van asielzoekers in een land als Malta dat - samen met het nabijgelegen Lampedusa - een springplank vormt voor de vele (boot)vluchtelingen die een nieuwe toekomst zoeken in Europa? 

(Malta kent het hoogste aantal asielzoekers per capita van alle EU-landen. Iets meer dan 1.800 aanvragen kregen ze in 2011. Op zich misschien geen overweldigend cijfer, maar het komt overeen met 4.500 aanvragen per miljoen inwoners. België volgt op de vierde plaats met ‘slechts’ 2900 aanvragen per miljoen inwoners). 

Enerzijds krijgen landen als Malta, Italië en Griekenland heel wat respijt en erkenning, omdat ze een zware last dragen in vergelijking met andere Europese landen. Anderzijds kwam Malta de laatste tijd ook regelmatig in opspraak wanneer het ging over mensenrechten en opvang.... 

Verder vraag ik me ook af of er in zulke omstandigheden veel ruimte is voor zoiets als  ‘buurtwerking’ of ‘de verhouding met de lokale gemeenschap’, (het centrale thema van deze herfstuitwisseling). Hoe staan de Maltezen tegenover deze enorme toestroom van vluchtelingen? Bestaat er hier in opvangcentra zoiets als Buurtinitiatieven (BIQ) zoals wij die kennen in België? Valt er enige parallel te bespeuren met onze opendeurdagen, pedagogische initiatieven, partnerwerking? Een heleboel vragen kortom, die ik hopelijk deze week beantwoord krijg. 

Maar tot het zover is, laat ik me nog even meevoeren op de golven van dit piepkleine eiland, dat veel te bieden heeft aan de cultureel-minnende toerist ;-)

Malta, uiteraard bekend om de Maltezer Orde

St. John's Cathedral, 'home of the knights'

Valetta, de kleinste hoofdstad van Europa (Vaticaanstad niet meegeteld!)

Ook het meest katholieke land van Europa (Vaticaanstad niet meegeteld!)

vissersbootjes

Mijn bescheiden terras van waar ik jullie op de hoogte zal houden :-)